Iedereen heeft één of meer afvoerputjes in zich: plekken met heel nare gevoelens waarvan je altijd wil wegblijven. Het kan van alles zijn, bijvoorbeeld een gevoel van waardeloosheid, het gevoel slecht te zijn, te falen, het gevoel er niet bij te horen, of niet geliefd zijn. Noem maar op. Het zijn diepliggende en hardnekkige overtuigingen, tenminste, als je er altijd van wegblijft.
Je weet echter het effect van putjes: die trekken en zuigen. Dat betekent dat je altijd in meer of mindere mate aan het tegenspartelen bent om er maar niet in te belanden. Dat doen we met ons overlevingsmechanisme, bijvoorbeeld door je best te doen van waarde te zijn, of succesvol te zijn, of aardig gevonden worden. Je ziet dat de inhoud van je overlevingsmechanisme samenhangt met de inhoud van je afvoerputje. Je streeft namelijk naar het tegengestelde van je afvoerputje.
Een overlevingsmechanisme kost altijd meer energie dan eigenlijk nodig is. En mensen stoppen daar pas mee als ze helemaal uitgeput zijn.
Maar er is een alternatief! Met de stroom mee je afvoerputje in, flush! Onderduiken in je nare gevoelens, ademen, emoties toelaten, verhalen loslaten, maakt dat het afvoerputje niet meer zo eng wordt. Dus hoef je minder tegen te spartelen.
Overleven kan leven worden. Een verademing.