Bijna vakantie! We gaan lekker kamperen.
Bij ons is samen de tent opzetten: Hij zet de tent op en ik volg commando’s op. Dat gaat goed, het is de beste manier hebben we ontdekt. Ik heb wel moeten leren mijn nederige rol te accepteren, maar goed.
Ieder stel heeft zo zijn eigen manier hierin. Het lijkt me heel lastig als je allebei denkt dat je het beste weet hoe die tent opgezet moet worden. Dan zijn moppers onvermijdelijk.
Maar die moppers en boosheid scheppen natuurlijk afstand. En dat wil je niet, toch? Waarom gebeurt dat eigenlijk? En wat doe je eraan?
Als je je tegengewerkt voelt door de ander, schiet je vaak voor je het weet, en onbewust, in een gevoel van onveiligheid. Wat jullie samen hebben lijkt ineens ver zoek. Je lief die je afvalt of tegenwerkt? Dan ben ik op mezelf aangewezen! Op onveiligheid reageren we met de overlevingsstand, dat zit al heel lang in ons reptielenbrein. En om te overleven hebben we in de evolutie woede gekregen. Met woede en boosheid voelen we ons sterk, we zullen het zelf wel doen. We hebben die ander niet nodig.
Later in de evolutie is echter het vermogen ontstaan anderen te vertrouwen. En zo kunnen samenwerken, wat ons uiteindelijk op een veel hoger plan heeft gebracht dan alleen maar primair overleven. Dat vertrouwen krijgt soms een deuk. Wat doe je dan? Boos worden en alles alleen maar erger maken? Op de automatische piloot je reptielenbrein aanzetten? Of je kop erbij houden, vertrouwen dat de ander van je houdt, onthouden dat je je met de ander verbonden voelt (of wil voelen!), ook al voel je je veroordeeld of tegengewerkt? Kies maar. Voor een fijne vakantie, zou ik het wel weten!
Fijne zomer allemaal!
Als je overigens mijn blogs rechtstreeks in je mailbox wilt hebben, dan klik op onderstaande link.
https://www.e-act.nl/ah/site?a=1893&p=129511